Het geslacht 'van Steenderen'

Wapen - van Steenre

Komend van de andere zijde van de IJssel, waant men zich in een andere wereld. Olburgen, Rha, Steenderen en Bronkhorst liggen in een landelijke streek.
Als inwoners van deze oud-historische heerlijkheden is men bevoorrecht om hier te kunnen leven en te wonen. Eeuwen geleden moeten deze plaatsen als parels aan de IJssel hebben gelegen, met hun kastelen, landhuizen omgeven met hun landgoederen.
Edelen: graven, ridders, heren en andere hoog-geborenen verplaatsten zich in die tijd met hun paarden, al dan niet met hun horigen, over landwegen en akkers.

Wat is hiervan overgebleven?
Alleen de zalige rust en stilte schijnen het hier overleefd te hebben. Uit de Randstad (Rotterdam) komende is dit een verademing. Maar niet alleen de schoonheid van de streek is mijn doel geweest!
Wroeten in het verleden van mijn geslacht 'Steenre', later 'Van Steenderen' genoemd, doet mij hier belanden.
Sinds mei 1993 ben ik verhuisd naar Dieren. Aan de overzijde van de IJssel ligt onze oorsprong van het geslacht 'Van Steenderen', gelijkluidend aan de huidige plaats.

De plaats Steenderen en het zeer oude geslacht 'Van Steenderen' (Steenre) zijn zeer met elkaar verwant geweest. Historisch genoeg om enige 'Zwerfstenen' te mogen vullen.

Het ontstaan van Steenderen
Wellicht is het u misschien reeds bekend, hoe de naam is ontstaan en voor anderen interessant om te weten te komen.

De naam Steenderen is samengesteld uit de woorden Sten - here en reeds in 1046 zo verklaard als plaatsnaam. De woorden Steen en Haru betekenen 'zanderige heuvelrug'. Ook de 're' van Steenre duidt op rug (van zand). En Steenderen ligt inderdaad op een zuid-oost / noord-west lopende zandrug. Ooit ontstaan door de loop van de IJssel.
Het wapen van de gemeente Steenderen heeft niet zozeer met de oorsprong van deze naam te maken, hoewel met dit eerst zal denken. Is er een relatie met het familiewapen van 'Van Steenre' en dat van de gemeente?
Hierop zullen wij waarschijnlijk nooit een antwoord krijgen. Hoewel ... er is een overeenkomst, maar daarover een andere keer.

(Ruud van Steenderen)

Bron: de Zwerfsteen 1995/1