Landgoed 't Holtslag

Aolbert van d'n Mulder schrif oaver:

'LANDGOED 't HOLTSLAG'

Disse keer neet in ut dialect, um da'k denke dat 't onderwarp daor te lange veur is. Uut ervaring wet 'k dat völle mensen die plat-proat, 't laezen en schrieven meistepad neet zo bes af geet. 't Verhaeltjen da'k now schrieve is op-e-teikend deur völle praotjes die zo tussen ut wark deur bint e-maakt, of bi'j de luu in de kökken, met een köpken koffie. Wieter hek in de loop van de jaorn nogal wat buuke in de kaste ekregen dí'j bi'j zukke schrieveri'je bes kunt gebru'ken.

De Holtslagweg is eigenlijk het enige dat Ao 1993 is overgebleven, als zichtbare herinnering aan het landgoed. Op een verpondingskaart van 1806 is de begrenzing goed te volgen. Deze liep langs de tegenwoordige Schiphorsterstraat, toendertijd Holtslagdijk geheten, via de Bakermarksedijk, die toen op het eerste gedeelte Bolderhorst werd genoemd.

Bij de eerste bocht ging de grens rechtdoor en kwam met een 'vaerweg' achter boerderij ' 't Rougoor' uit. Via de tegenwoordige Holtslagweg, vroeger Rougoorsdijk, die tot de hoeve ' 't Wiel' en van daaruit recht toe recht aan naar de Hoogstraat, ongever 100m oostelijk naast de boerderij de 'Roodheuvel', die tot 1973 onder Bornhof viel. Ouderen herinneren zich de uitweg zeker nog, die als grensweg fungeerde.

Aan de andere zijde van de Hoogstraat liep de grens van de 'Bloemendaal' tot aan de Beekstraat. Dit stuk weg, -thans Beekstraat- heette vroeger ook Holtslagdijk. De Beekstraat, nog in mijn jeugd 'Keutelstraat' genoemd, begrensde daar het landgoed, tot en met de 'Borriskarnp'.

De 'Kalverdiek', die loopt van erve 'Borriskamp' tot aan de Hoogstraat, was bij dit stuk grond ongeveer de begrenzing. De Kalverdijk lag echter geheel binnen het Markegebied. dat 'Steenrevelt' heette.

KASTEEL

Het omgrachte gedeelte, waar het kasteeltje stond, noemde men 'De Pampert'. Op de kaart van 1832 is in het 'omgrachte' ook een vijver getekend. Deze vijver en gracht zijn in de jaren 1920 tot 1940 dichtgestort met afval van de Coöperatie van Toldijk. Aan milieuvervuiling dacht men toen nog niet.
Op de kaart van 1868 is goed te zien, hoe dicht bebost de gronden van het Holtslag waren.

Wanneer de grootvader van Cornegoor van 't Rougoor naar de Hartenplaats ging om zijn toekomstige bruid van Poorterman te ontmoeten, kwam hij het bos niet uit... Dit was omstreeks het jaar 1890. Op dezelfde kaart staat bijgeschreven " 't Holtslag afgebroken", dus moet het voor die tijd al in verval zijn geraakt.
E.S. Hartman weet nog uit de kinderjaren, dat hij er speelde in de funderingsresten en de Pampert, zo tussen 1915 en 1920.

Helaas zijn er geen schetsen, laat staan foto's van het kasteel of restanten bewaard gebleven.
ln de Leenregisters van de graven van Limburg Stirum, Leenkamer Bronchorst, vinden we de oudste vermelding.
"Dat Halve Holtslach szo dat met synen alingen toebehorige in de kerspel van Steinre gelegen", Vrederic van Steenre Dericsz., na broederscheiding en met toestemming van zijn broeder Harmen, 1401 Augustus 23. In 1683 wordt vermeld dat het leengoed heet 'Holtslach of Heynigesbusch'. Nog een andere benaming in hetzelfde register in 1701 is 'Reynisinck'.

Tussen 1401 en 1442 is het goed verkocht door Derycj van Steenre aan Deryck Heyinck. Toen deze overleed kwam het in handen van zijn broer Aernt Heyinck, in 1442. Tot ca. 1600 bleven de Heyincks 't Holtslag regeren.
Via Dr. Thomas Loges (1640) kwam het in handen van de Molenschot/Meulenschots' familie (1659-1705)

Op 5 juni 1705 wordt Johan van Munster, na opdracht van Johan van Molenschot, kolonel en zijn vrouw Seppina van Aylva, degenen, die de scepter gaan zwaaien. Van Munster en Van Hasselt komen we steeds tegen als burgemeesters van Zutphen. De twee namen komen we ook steeds wisselend in de Leenregisters tot 16 december 1793 tegen. Een uitgebreide opsomming heb ik in dit verhaal achterwege gelaten.

PONDSCHATTINGEN

In de Pond-scattingen van 22 februari 1647 -een soort gelijk nu onze Onroerend Goed belasting- wordt door de setteren Reiner Dercksen en Arend van Til, het volgende genoteerd: 

't Holtslach met het Rougoor: Jr. van Winshem, groot behalven hoven end boomgaerden, volgens deselven overgegeven handt 14 margen end 3 sch. tis end tiendvrij. Weijdelandt 17 beestweíjdens, de schaer 3 dlr. met huis hof end boomgaert. 300-0-0.

Mogelijk is het even verder genoemde 'Guet Heynck' omstreeks die tijd van Dr. Loges toegevoegd aan het Holtslag.
In de Marke-vergadering van 25 augustus 1789 wordt door Theodora Margaretha van Munster het Markerecht aangevraagd voor de Hartenplaats en 't Rougoor. Een logisch gevolg van het feit dat ze eigenaresse is van het Wiel, dat wel markerechten heeft. Het verzoek
wordt tot nader bewijs op rechten afgewezen.

De grootste omvang had 't Holtslag in mijn bevindingen in 1806. De lijst van H.W. Rasch, Rigter te Steenderen d.d. 9 november 1806, waarin Huysen, Schuren, Erven en verdere gebouwen onder het Rigterambt worden genummerd, vinden we in de buurschap Toldijk:

178 't Erve Borriskamp (aan de hedendaagse Beekstraat)
206 't Erve Hartenplaats (aan de hedendaagse Schiphorsterstraat)
207 't Erve Venneplaats (bestaat niet meer, stond voorheen tegenover de Kalverdijk)
208 't HOLTSLAG (het verdwenen kasteeltje)
209 Stinen-Jansplaats (bestaat niet meer, stond tegenover de Schooldijk)
241 't Rougoor (aan de hedendaagse Holtslagweg)
242 't Erve 't Wiel (aan de hedendaagse Bakermarksedijk)

Alle genoemde nummers zijn op die lijst eigendom van de weduwe Van Hasselt. 't Wiel behoorde onder het Holtslag van 24-12-1772 tot 08-09-1826. Op deze laatste datum wordt het toegewezen aan Hendrik Kretschmer, uit de veiling van het nalatenschap van G. van Hasselt. Op 29 mei 1855 koopt de weduwe B.J. Spekkink-Konink voor haar zoon Martinus deze boerderij, waar nu de nazaat Hendrik nog steeds boert.

Verpondings-kaart 1806 (gedeelte) Verpondings-kaart 1806 (gedeelte)

 

Kaart 1868 Bebossingsoverzicht Kaart 1868 Bebossingsoverzicht

 

Kasteel en Landgoed 't Holtslag (in de Kadastrale Atlas Ao 1832 van de Gemeente Steenderen -pag. 7- zijn uitgebreide kaarten opgenomen)

De eerste kadastrale kaart uit 1832 -evenals de burgerlijke stand uit de Franse tijd- geven ons een verder beeld van 't Holtslag. De Venneplaats of D'Veenboer, zoals deze boerderij in 1806 wordt genoemd, als evenzo de Stinen-Jansplaats verdwenen. Voor de laatste is het Werkbaashuis in de plaats gekomen, ongeveer 100m ernaast. Aan dit Werkbaashuis was een onogelijk aanbouwsel met een aparte buitendeur gebouwd, die de 'Heerenkamer' werd genoemd. Deze kamer werd eenmaal per jaar gebruikt voor het innen van de pacht, zo weten ouderen zich nog te herinneren. Op 8 april 1943 brandde deze bebouwing af, door een bombardement, evenals dat van Hanskamp.

Het Werkbaashuis werd sinds ca. 1880 bewoond door Arentsen, die van de 'Grote Russer' kwam, als zoon van Arent Arendsen en Geesken Aalderink. Drie generaties zouden ze daar blijven wonen.
Als eigenaar van 't Holtslag in 1832 staat voor alle percelen J.J. Op ten Noorth. Op dat moment zijn de percelen 60 en 61, een stuk grond langs de westzijde van de Hoogstraat en tot aan de hoeve 't Wiel verkocht aan Bornhof. Ze worden niet aan de 'Roodheuvel' toegevoegd, maar in delen verpacht, nadat op een later tijdstip ontbossing plaatsvond tijdens de werkverschaffing in de crisisjaren 1935-1940.

De 'Hartenplaats' aan de huidige Schiphorsterstraat, waar in 1806 'Olymolen' bij staat heeft naast de hoeve in 1832 een oliemolen, door een paard voortbewogen.
De 'Borriskamp' is dan eigenaar van de erven Jonkheer Willem Frederik Louis Christiaan van Rappard. Diverse percelen tussen de Kalverdijk en de toenmalige Holtslagweg/Hoogstraat zijn in handen van de eigenaar van de boerderij 'Bloemendaal'. Mr. Derk Evekink, een naam, die heden tendage nog als stichting in Zutphen bekend ís.
Evert Jan Bisschop van de 'Rosmulder' en Hendrik Arend Hulsteyn van de 'Til' hebben dan met enkele andere namen de rest van die kant van de Hoogstraat in eigendom.

EINDE VAN HET LANDGOED

Inmiddels is het landgoed een stuk kleiner geworden. In 1837 worden drie bouwmanswoningen en een werkbaashuis te samen: 122 Ha. 16 Are, 4 Ca., ene weide onder Zelhem en vier zitplaatsen in de Hervormde kerk van Steenderen verkocht.
De veiling wordt gedaan door notaris Mr. H. Beker, ten behoeve van de familie van de Hoog-Weledelgeboren Heer Mr. Jacob Gabriel van Rappard, wonende op het 'Rosel' in Groot Dochteren.
De 'Borriskamp' wordt gekocht door de pachter G.J. Memelink Bzn. Op een later tijdstip verhuist hij naar de 'Til', door een huwelijk met de weduwe Hulsteyn, geboren D.H. Harenberg.

Dominee Gangel koopt de rest van 't Holtslag. 't Rougoor krijgt als zoveelste verbouwing een nieuwe voormuur.
Gerritsen-Hartman is op dat moment -we beschrijven 1888- pachter, daarvoor zaten ze als pachter op de 'Hartenplaats'.
ln 1896 koopt Gerretsen-Hartman, later alleen Hartman, een bouwvallig plaatsje in de 'Schiphorst' van 9.20 Ha. Een groot gedeelte tussen de Schiphorsterstraat en de grens met Hengelo Gld. heeft die naam.

Reint Cornegoor wordt dan pachter van 't 'Rougoor', Reint wordt in het enige dialect-boek, dat over diverse plekken in de gemeente Steenderen verhaalt, 'Bolders Reint' genoemd. (denk aan de Bolderhorst), een pracht boek met verhalen van begin 1900, uitgegeven direct na de oorlog van 1940-1945. 

Aan de hand van een pachtboekje, weten we dat in de loop van 1906 de Helmichs uit Baak 't Holtslag kopen van Ds. Gangel. Het boekje wordt eerst ondertekend door Gangel, op Petri 1907 is de handtekening van Helmich gezet.
De Heren van Baak verwijderen veel bos en maken de gronden geschikt voor bouw- en weideland.
Op 14 oktober 1915 verkopen ze een perceeltje bos aan Johannes Antonius Brink uit Delden. Johan had connecties, want zijn vrouw werkte bij een van de Helmichs. Bij de koop van 50 Are werd de afspraak gemaakt, dat hij niet op het landgoed mocht stropen, zoals velen deden. Het 'recht van uitweg' was op de Schiphorsterstraat. In deze koopakte worden genoemd, Arnoldus Michael Helmich te Hengelo Gld. en Theodorus Antonius Helmich te Baak.

Op 21 mei 1919 wordt bij inzet en 14 dagen later bij toeslag, geveild en verkocht door notaris Mr. Beker, ten huize van J.H. Stapelbroek te Baak het dan nog resterende gedeelte van 't Holtslag. Vijf in uitstekende staat verkerende bouwmanswoningen, samen groot 82 Ha. 9 Are, 80 Ca. omgeven en doorsneden met wegen aan den klinkerweg van Steenderen naar Hengelo Gld. Niet ver van den tramweg Zutphen-Emmerik, zo staat op de omslag van het verkoop-boekje te lezen.

De Eekschuur van 't Holtslag, die toen al als boerderij diende, werd gekocht door Schieven van de Veers. Pachter Veenhuis moest plaats maken. Johan Schieven, die door loting met zijn broer het Holtslag trok, kwam op 't Holtslag en bouwde hier een ruim woonhuis voor, door een gebint bij te plaatsen.
De 'Hartenplaats' werd gekocht door Jos Wichman en Poorterman verhuisde naar de plaats aan de Bakermarksedijk, waar pachter Hendriks op zat. 't 'Rougoor' kocht pachter Cornegoor en het werkbaashuis werd door Arendsen gekocht.
Kortom... wat eens 'Kasteel 't Holtslag' was, viel definitief uiteen...

(Albert Aalderink.)

Bron: de Zwerfsteen 1993/1

Aanvullingen 2018:
- op WikipediA is een kort verhaal over 't Holtslag te vinden, met een plaatje hoe het kasteeltje er uit zou kunnen hebben gezien: WikipediA Landgoed 't Holtslag
- in het Achterhoeks Planetarium te Toldijk is een maquette van het landgoed te bezichtigen, gemaakt door Henk Olthof